Elk jaar nemen de ‘moeders’ ons mee op familiebezoek, tenminste als het thuis veilig is voor ons. Voor de meesten van ons is dit een feest, want dan zien ze hun vader en moeder en broertjes en zusjes en misschien zelfs hun opa en oma weer. Maar soms is het niet leuk, want we hebben niet allemaal een goede band met onze familieleden. Ik heb bijvoorbeeld niet zo’n goede band meer met mijn oma, omdat ik boos op haar ben; toen ik bescherming nodig had, heeft zij mij die niet kunnen geven. Ook al snap ik wel dat zij dat niet kon, doordat zij niet wist wat opa met mij deed, maar toch vind ik het moeilijk om hiermee om te gaan. Toen we laatst bij haar op visite gingen, was het heel fijn dat er twee ‘moeders’ met mij mee waren. Zij hebben mij geholpen met het contact met mijn oma. Ik vond het heel lastig, maar merkte wel dat het goed was om haar weer te zien na een lange tijd. Tijdens het bezoek kwam ik langzaam uit mijn schulp en begon ik zelfs een beetje te genieten van het bezoek. Ik merkte dat ik in mijn hoofd mijn oma de schuld had gegeven van iets waar zij geen weet van had gehad. Mijn boosheid begint minder te worden, waardoor er ruimte is om mijn oma weer toe te laten. Ik hoop dat het stapje voor stapje beter zal gaan.